Een aardse rebel
Op de valreep van Edward van der Kaaij’s 72e verjaardag sta ik even stil bij zijn dood, bijna 1 jaar geleden.
Want de gedachte bekruipt me: Wat is de wereld sinds vorig jaar opgeschoten? Wat maakt Edward allemaal niet meer mee wat de moeite van het vertellen waard is? Eén ding kan ik wel meteen noemen: Arie van der Veer is sinds kort ook niet meer (op 82-jarige leeftijd op 14 september overleden). Hij was predikant en 18 jaar voorzitter van de EO, daarnaast ook kort voorzitter van de NPO. Zijn levensmotto was: “Besef iedere dag dat je moet sterven.”.
Edward’s motto heeft hij ontleend aan een citaat uit de James Bond film ‘No time to die’: “The proper function of man is to live, not to exist. I shall not waste my days in trying to prolong them. I shall use my time.”
Tussen deze twee motto’s zitten dag en nacht, namelijk het idee dat je sowieso sterft tegenover het idee het goede te doen zolang je leeft. Het idee van het dagelijks bezig zijn met de dood versus het idee, dat elke dag een kans biedt om iets te betekenen voor anderen.
Ik heb medelijden met Arie en met Arie’s familie. Ze zijn namelijk opgegroeid in een omgeving die het leven zonder Jezus bestraft. Voortdurend ingefluisterd, dat de dood je wacht, en dat vergeving noodzakelijk is om een gelukkig leven na je dood te hebben. Edward, dominee in Nijkerk, betoogde dat elke dag een dag is die door god is gegeven. Een dag waarin je de goede dingen moet doen. Want elke dag kan je laatste zijn. Dat laatste is een feit, dus daar hoef je je niet druk om te maken, want dat gebeurt toch wel.
Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan: Ook zonder god, zonder allah, jahweh (en alle andere synoniemen voor hetzelfde begrip) gaan mensen dood. Daar heb je geen andere macht of kracht voor nodig. Tijdens leven heb je wat te betekenen. Een leven waarin je zelf nog de hand hebt. Waarin je dingen kunt doen die van betekenis zijn voor jezelf, maar vooral ook voor anderen. Na je dood is het afwachten hoe lang je nog wordt herdacht, hoe lang je nog in de gedachten van de anderen leeft. En dat is grosso modo niet langer dan 75 jaar. Families kennen mekaar gedurende 3 generaties (gemiddeld, oma-moeder-kind), daarna is de impact verdwenen en zijn alle lichamen alleen nog maar voer voor de wormen.
Ik waardeerde Edward van der Kaaij enorm in deze gedeelde visie. Zijn repliek op een parochiaan, die zei, dat Jezus wel degelijk bestaan moet hebben, want dat stond in de bijbel was heel eenvoudig: “De feiten weerspreken dat, maar geniet van de kracht van de boodschap van die oude verhalen”. Hij putte er ook graag zelf uit en vertrouwde me ook toe, dat hij ervan genoot om het hart te raken door zijn verhalen, maar ook door te schoppen tegen de gevestigde orde. Hij was erg boos op het kerkbestuur in Nijkerk, maar kon wel over zijn hart strijken met de gedachte: “vergeef ze, want ze weten niet wat ze doen”.
Een aardse rebel is heengegaan. Ik gedenk hem in ieder geval nog een tijdje. Een tijdje? Ja, voor de tijd die me is gegund, met dank aan de medische wetenschap en een vriendschappelijke samenleving, waar ik ook ’s avonds nog veilig zonder wapen over straat kan gaan.
Het ga je goed, Edward!
Mooi geschreven, fijn dat je Edward zo beschrijft . Bedankt.
Arietta