Waar is God als je hem nodig hebt?

Als ik dit hoor denk ik meteen aan, wat ‘nodig hebben’ betekent. En de wedervraag is dan ook meteen een vraag, die een dialoog oproept: “Wat heb je nodig, wat mis je, dat je deze vraag nu stelt?”. (Met ‘wat mis je’ bedoel ik ook ‘WIE mis je’.)

“Waarom iemand of iets missen” is een essentiële vraag, doet denken aan een verlangen om een gemis in te vullen, een verlangen, dus niet zomaar een vraag: Een gemis aan begrip, dus het verlangen naar begrip, aandacht, liefde, mededogen, vergiffenis?

Als iemand een vriend verliest, zoekt hij naar steun, verlichting van pijn. Maar ook naar een middel om dat verlies om te zetten naar iets, dat die persoon zelf doet overleven.

Dat is ook de basis die Mazlov in een model probeerde te gieten (de piramide van Mazlov). Fysiologisch en psychologisch natuurlijk volkomen onnozel en onzinnig, maar als houvast in de theologie een belangrijk en invloedrijk begrip, waarop vele theses zijn gebouwd.

De eerste dagen na verlies van een dierbare, zo leert mijn ervaring, zijn dagen van onbegrip, ongeloof, gevolgd door boosheid. Na weer enkele dagen mengt de realiteit zich meer en meer in de roes van ongeloof en boosheid en komt de ‘rationalisering’ er bij. Die ratio zegt je letterlijk: “je moet verder, jij leeft nog, de ander niet. Wat moet ik doen om verder te gaan? Ik moet eten, slapen, voor mezelf zorgen en ik moet zoeken naar troost. Ik moet op zoek naar mijn omgeving, die me helpt om weer te eten en te drinken, te overleven.”

De omgeving is een heel kwetsbare omgeving met dezelfde sores. Iedereen in die omgeving doorloopt alles wat je zelf ook op dat moment doorloopt.

Daar komt bij, dat in Nederland mensen zich helemaal niet meer kwetsbaar opstellen en hun emoties ‘zomaar’ delen.

Bij gebrek aan je omgeving zou je zomaar bij god uit kunnen komen. God als het fenomeen dat jouw verdriet (maar ook je geluk) verklaart. Je omgeving heeft echter dezelfde fases doorgemaakt en komt bij dezelfde god uit.

De troost en vertroosting is nu nabij. Je hebt gekregen wat je nodig hebt om troost te vinden. De laatste stap is de acceptatie van een hoger doel.

In het kort zie je hier de hele geschiedenis van religie:

Religie ontstaat spontaan daar waar mensen elkaar nodig hebben! Nodig waarvoor en waarom?

  • Inclusie in een gemeenschap ter bescherming van de groep.
  • Reductie van de kans alleen achter te blijven, waardoor individuen zich conformeren.
  • Om een grote groep mensen in te lijven, omdat de gemeenschapszin groeit en iedereen het groter belang omarmt.

Religie wordt gemaakt of gebruikt daar waar mensen elkaar nodig hebben! Nodig waarvoor en waarom?

  • Inclusie in een gemeenschap ter vermeerdering van vermogen van weinigen ten koste van de groep, die gelooft.
  • Reductie van de kans alleen achter te blijven, waardoor individuen hun leven niet meer zeker zijn.
  • Om een grote groep mensen in te lijven, ter vergroting van macht.

Conclusie, waar is god als je hem nodig hebt?

God zit uiteraard in je, maar geld helpt. Met geld koop je macht in deze kapitalistische maatschappij. Iedereen ‘praat’ in euros, dollars, dinars, yuan, noem maar op. Godsdienstige overtuiging kan helpen en is mooi in zijn kern, omdat het een goede luisteraar is en methoden aanreikt om over hobbels heen te geraken.

Maar godsdienst wordt evenzo misbruikt om ons te verleiden tot het doen van investeringen, die uiteindelijk heel weinig rijke mensen bevoordelen. Want, waar een middel (godsdienstige overtuiging) beschikbaar is om goed te doen, met de beste intenties, zal datzelfde middel ook in eigen voordeel worden gebruikt door anderen om nog grotere macht en rijkdom (synoniem) te bereiken.

Neem bijvoorbeeld Moeder Theresa, die n.b. de Nobelprijs won. Ze predikte erbarmen en zamelde veel geld in voor de armen in Calcutta onder andere, onder de paraplu van het Katholiek geloof, maar verdedigde en stimuleerde zelfs de daden van multinationals en corrupte dictators en leiders van totalitaire militaire regimes. Na haar verscheiden, god hebbe haar ziel, blijkt ze een miljoenenimperium na te laten, waar de toch al zeer rijken zich nog meer aan laven. Die miljoenen hadden tijdens haar leven uitgegeven moeten worden aan de mensen, voor wie ze in de bres was gesprongen, maar – ere wie ere toekomt – dat is haar niet gelukt en ze stond erbij en keek ernaar. Voor een uitgebreid verslag kunt u dit interview bekijken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *