Wat is god?

Is er 1 god of meerdere, of miljoenen, of geen? Of is iedereen een god?

Kortom, wat is de definitie van god zoals die op deze site wordt gebruikt.

God kwam op aarde als een woord, dat duidelijk een individu, al dan niet begiftigd met bovennatuurlijke gaven, weerspiegelt. Als een tekst gaat over god, dan betreft het een identificeerbaar gegeven, met een macht/kracht, die bij stervelingen onmogelijk aanwezig kan zijn. Hier begint het begrip ‘god’. De eerste bewijzen van het bestaan van god (het op aarde gekomen woord) komen uit geschriften, die gevonden zijn in China, Japan en de regio meteen daaromheen. Als je in de ‘dikke van Dale’ zoekt krijgt god dezelfde definitie (“vereerd, bovennatuurlijk wezen”) en een extra definitie met een ‘Theïstische’ connotatie “(in het monotheïsme) de Schepper, het Opperwezen”.

Wel mooi, dat de van Dale ook het woord ‘vereerd’ noemt. Want bij een godsbesef horen rituelen, die dat gegeven in leven houden. En 1 van de methoden om een verhaal in stand te houden is het in stand houden van rituelen. Verering is een verzamelwoord voor talloze verhalen (over helden), rituelen, symbolen, met als doel om een god in leven te houden.

We kennen nog een andere betekenis van god. Een persoon met buitengewone talenten of gaven wordt ook een god genoemd. Maria Callas, een wereldberoemde operazangeres werd ‘la divina’ genoemde, de ‘goddelijke’. Maar voor sommigen was de Nederlandse voetballer Johan Cruijff ook een god. En Maradona, om in het rijtje sportidolen te blijven. Over dat soort goden hebben we het hier niet. Nee, de definitie van een god is als volgt:

Een god is een identificeerbaar fenomeen, dat bovenaardse kwaliteiten bezit en die ook gebruikt. Over het algemeen vertoont dit fenomeen menselijke eigenschappen, zoals het vermogen om te spreken, te luisteren, te denken en te handelen.

Een god speelt een belangrijke rol in veel religies, dat moge duidelijk zijn. In veel religies staat één god centraal, dus één (1) uniek fenomeen met buitenaardse kwaliteiten en die is als zodanig dus aanwijsbaar. De god van de Joden bijvoorbeeld is een uniek fenomeen, dat luistert naar de naam Jahweh. Deze god wordt alle eigenschappen en daden toegekend die die betreffende religie vorm geven. In het Christendom is die ene god ook nog wel aanwijsbaar maar gaat de aandacht veel meer uit naar een goddelijk fenomeen, dat daarmee verband houdt, en als zoon van god wordt getypeerd. Aan dat fenomeen worden ook goddelijke kwaliteiten toegedicht (zoals onsterfelijkheid, het vermogen om doden op te wekken en over water te lopen) en men zou hier dus kunnen spreken van een polytheistische godsdienst, een godsdienst bestaande uit tenminste twee goden.

In de Islam ontstaat weer een andere variant hierop, meer gestoeld op de traditionele Joodse religie, waarin profeten een hoofdrol spelen. In de Islam wordt een belangrijke rol weggelegd voor zo’n profeet, namelijk de profeet Mohammed. In het Joodse geloof bestaan talloze profeten, die hier en daar ook goddelijke kwaliteiten worden toegekend, hetgeen het Joodse geloof dus ook tot een polytheistische godsdienst zou maken. En in feite is de oorsprong van de Joodse religie ook een polytheistische. De god van de joden rekent namelijk in één van de vijf verhalen in de Tora af met al die andere goden en verklaart alleen die ene god als de ware god. (exodus 19,1 en verder).